Iedereen weet dat er te veel trappen in het klooster zijn. Zo ook ik, op een moment waarop mijn voeten erg moe waren. Gelukking bood Boudewijn aan me op zijn rug naar boven te dragen. Zo ontstond de weddenschap dat Jop mij niet alle trappen van het klooster op kon dragen. Toen Lisa Key uitdaagde nam ook hij de uitdaging aan. Toen kon Jesper natuurlijk niet achter blijven, hij zou Robin naar boven dragen. Op heldhaftige wijze begonnen ze aan de klim. En zowaar, het is ze alledrie gelukt ons op onze kamer af te leveren.
Een aantal dagen later namen wij met tranen in onze ogen afscheid van Rome. We worden nog uitgezwaaid door de portier, die een pauze heeft genomen tussen videogames. We laten het klooster voorgoed achter ons. Tot ziens eentonige lunches, vaarwel knobbel-broodjes bij het ontbijt! Om kwart voor één reden onze drie bussen Siena in voor de grote ontmoeting tussen reis 1 en reis 2. Onder luid gegil en veel geklef tussen herenigde stelletjes zochten vrienden elkaar op in de menigte. Verhalen werden uitgewisseld over wie er met wie is gegaan tijdens de disco van reis 2 en er werd vooral gewaarschuwd over de hoeveelheid Italianen die we konden verwachten bij onze disco. De opluchting was groot ( bij sommigen tenminste ) toen wij enkel een paar andere buitenlanders in de disco troffen. Niet alleen de leerlingen, maar ook de leraren gingen helemaal los. Zelfs meneer van Rooden liet uiteindelijk zijn moves zien op de dansvloer. Ook meneer Laarhoven stond aan het eind van de avond enthousiast op het podium. Het was wel jammer dat men weer dacht dat we Duits waren, aangezien de tekst: “Nederlandse meisjes are schoon!!!” op een aantal televisieschermen in de club verscheen. Tenzij ze ons gewoon erg hygiënisch vonden, natuurlijk.
Lotte,Lisa en Robin
Het ongelooflijke was dat iedereen weer fris aan het ontbijt zat de volgende ochtend. Misschien komt dat door het geweldige uitzicht dat we hebben vanaf het overdekte dakterras . Zowel de Cupola van de Duomo als die van de San Lorenzo laten ons zien hoe knap de mensen waren in de 15 e eeuw, toen deze prachtige koepels met gevaar voor eigen leven gebouwd werden. Als je zo’n koepel in het echt beklimt (dus niet zoals Jeffrey via Assassin Creed II), is er aan het eind altijd weer de beloning en kan niemand de verleiding weerstaan om het uitzicht vast te leggen op de gevoelige plaat. Alsof iedere keer, net als in de tijd dat die koepels gebouwd werden, een statement gemaakt moet worden: wij (mensen) hebben het maar mooi voor elkaar: ‘Masters of the Universe!’ Even daarna dalen weer af naar de grond en slaat de vertwijfeling toe. Zijn we wel goed bezig? Een waarschuwing lijkt op zijn plaats: De Hel werd nooit zo gruwelijk verbeeld als binnen in de koepel van diezelfde Duomo…